Borstkankermaand: Verhaal van Irene
Jij bent zelf ook een aantal jaren screeningsmedewerker geweest. Wat zijn wat jou betreft de belangrijkste vaardigheden waarover een screeningsmedewerker moet beschikken?
"Het screenen is een prachtig vak. Ruimtelijk inzicht, mensenkennis en stressbestendigheid zijn belangrijke vaardigheden. Aan de ene kant wil je in technisch opzicht de beste foto maken. Aan de andere kant wil je dat je cliënt een zo prettig mogelijke ervaring heeft tijdens het onderzoek. Je bent continu aan het schakelen tussen die twee werelden. Het is een boeiende combinatie tussen techniek en mensenwerk."
Hoe leer je kwalitatief goede foto’s maken?
"We voeren het bevolkingsonderzoek inmiddels al 35 jaar uit. Daardoor is er gelukkig heel veel kennis in huis hoe je een goede foto maakt. Het LRCB (Landelijk ReferentieCentrum voor Bevolkingsonderzoek) heeft hiervoor ook richtlijnen opgesteld. Als opleider leer je een leerling om volgens vastgestelde richtlijnen te werken. Hoe je de theorie in de praktijk brengt. Een leerling maakt tijdens de instructieperiode een eigen stappenplan. Zo leer je stap-voor-stap hoe je goede beelden maakt. Je mag daarbij het instructieboek van het LRCB gebruiken. Maar uiteindelijk schrijf je het stappenplan in je eigen woorden. Zo maak je je de techniek het beste eigen."
En dan de menselijke kant, hoe zorg je ervoor dat het onderzoek prettig verloopt?
"Op de eerste plaats is het belangrijk om vertrouwen en professionaliteit uit te stralen. Dat de cliënt gelijk voelt: ‘Oké, ik word geholpen door iemand die weet wat ze doet’. Daarnaast is iedereen anders. Je leert goed kijken en luisteren naar je cliënt. Wat heeft iemand nodig? Soms is dat direct duidelijk, soms moet je een cliënt kunnen lezen. Je ziet vaak aan de lichaamstaal of iemand bijvoorbeeld erg gespannen is voor het onderzoek."
Wat doe je als een cliënt het onderzoek spannend vindt?
"Het gaat daarbij vooral om taal. Je kunt met woorden letterlijk de pijn verzachten of erger maken. We trainen daarom veel op taalgebruik. De meeste cliënten vinden het prettig om bij elke stap van het onderzoek een duidelijke uitleg te krijgen. Dan vertel ik bijvoorbeeld: ‘ik ga u nu klaarzetten voor de foto en vraag u zo om even uw adem in te houden’. De cliënt is dan meer gefocust op mijn aanwijzingen dan op het onderzoek zelf. Het allerbelangrijkst is om oog en oor te hebben voor je cliënt en haar gevoel te erkennen. Iedere cliënt moet zich veilig en gehoord voelen."
Hoe zorg je ervoor dat mensen in opleiding dit veelzijdige beroep zo goed mogelijk in de vingers krijgen?
"Tijdens de instructieperiode zie je nog geen cliënten. Maar we oefenen wel met en op elkaar en als opleider breng je allerlei casussen in. We spelen ook allerlei cliënten na. Ook lastige situaties, waarbij iemand heel onbeleefd en ongeduldig is. Of iemand die amper luistert. Of een cliënt die duizend-en-één vragen heeft. Dat is natuurlijk grappig om te doen, maar ook zeer leerzaam. Je moet op elke situatie voorbereid zijn, want we zijn er voor alle vrouwen in Nederland. Dat merk je als de praktijkperiode begint. Ieder cliënt is anders. En dat maakt dit werk zo mooi."