Webinars 2021
In 2021 deelden we via een drietal webinars algemene en medisch-inhoudelijke informatie over het bevolkingsonderzoek darmkanker.
Wilt u de webinars terugkijken? Dat kan. U vindt hieronder de opnames van de webinars en de presentaties (onderaan bij aanvullende informatie) die tijdens de webinars zijn gegeven.
Tijdens de webinars konden niet alle gestelde vragen worden behandeld. Wij hebben de vragen en antwoorden voor u verzameld, u vindt deze ook hieronder.
Webinar gemist?
Heeft u de webinars gemist? Of wilt u ze nogmaals terug kijken? Onderstaand vindt u de webinars.
- Webinar MDL-artsen (8 november 2021)
- Webinar Pathologie (22 november 2021)
- Webinar Intakeverpleegkundigen (13 december 2021)
Veelgestelde vragen
-
Is voor beoordeling LAI wel/geen IHC gebruikt?
Dit was afhankelijk van het inzendende laboratorium; wanneer er in het lab extra doorsneden zijn gedaan en/of immunohistochemie zijn gedaan, zijn die meegenomen in de beoordeling. Wel is er na beoordeling door het panel een advies gegeven over de wenselijkheid van dergelijke aanvullende beoordelingen.
-
Hebben jullie ook zicht op de volume per lab? Is er een correlatie tussen volume en wel/geen discrepantie bij panel beoordeling (exposure)?
Er zijn geen vergelijkingen gemaakt per volume van het inzendende laboratorium.
-
Is er ook gekeken naar verschillen in beoordeling door panel-pathologen voorafgaand aan hun consensus diagnose?
Bij de adenomen was in 41 van de 99 cases individueel volledig identiek, na overleg was er een unanieme conclusie in 96 gevallen.
Bij de carcinomen ging het om 35 van de 101 gevallen (voor alle te rapporteren items), waarbij na bespreking in 98 gevallen tot een unanieme conclusie is gekomen. Voor de overgebleven cases is er in de studie de voorkeur van de meerderheid van het panel gebruikt.
-
Als er mogelijke klinische consequenties waren bij discrepante beoordelingen is het pathologieverslag dan aangepast en de patiënt op de hoogte gesteld van de discrepantie?
Dit is overgelaten aan de inzendende laboratoria. Vergelijkbare gevallen zijn in het verleden bij de reguliere audit voorgekomen. Het panel heeft de cases anoniem beoordeeld.
-
Is de interobserver variatie tussen de verschillende panelleden ook onderzocht? Zo ja, wat kwam daar uit, indien niet, waarom niet?
Bij de carcinomen ging het om 35 van de 101 gevallen (voor alle te rapporteren items), waarbij na bespreking in 98 gevallen tot een unanieme conclusie is gekomen. Voor de overgebleven cases is er in de studie de voorkeur van de meerderheid van het panel gebruikt.
-
In de Scandinavische studie had minder dan 10% vasoinvasie. In de meeste Nederlandse labs is het percentage veel hoger. Overdiagnostiseren wij?
Het betreft vermoedelijk de Canadese studie, die ik liet zien in de presentatie, hierbij is de LVI 39%, dit was mogelijk niet helemaal duidelijk. Dit is in lijn met de Nederlandse resultaten.
-
Do you advocate to perform Ki67 and CK20 stainings to ascertain the diagnoses of TSA, particularly when right-sided?
ACB – I have never done this! I think that this is more of a research tool – used to demonstrate where the ‘proliferative compartment’ of the TSA is located.
-
Did you discuss with you colleague Bettington the strange finding of BRAF mutations being detectable in SSL-Ds by muttaion analysis but nog by IHC?
ACB – no, I haven’t. But this would be an interesting discussion. Could it be, for example, that some BRAF mutations alter the BRAF protoen but the apitope that is recognised by the BRAF IHC clone is still present?
-
What is the most crucial morphological feature to differentiate serrated TSA and the conventional TSA?
ACB – I would say the eosinophilic cytoplasm and pencillate nuclei. Both will, of course, have ectopic crypts.
-
Are there additional clues as to how to recognize minimal deviation dysplasia in SSL other than performing MSI analysis?
ACB – recognising this change on H&E sectiuons is difficult or impossible! However, my understanding is that minimal change dysplasia usually co-exists with other forms of dysplasia in SSLs – and therefore it is identified incidentally if MLH-1 immunohistochemistry is then performed. But no-one is suggesting that we need to do MLH-1 immunohistochemistry on every SSL just to exclude minimal deviation dysplasia!!
-
TSA is a rare diagnoses in colon polyps (<1%) and most frequently diagnosed in the left side of colon. However, they appear to accur also at the right side. Can they be readily differentiated form serrated TVA’s?
ACB – A TSA – even when occurring on the right side – will still show the eosinophilic cytoplasm and pencillate nuclei. There features are not present in pure serrated TVAs.
-
In your review you mention TSA with dysplasia or advanced TSA; isn’t that a bit confusing terminology since TSA’s are always supposed to be dysplastic?
ACB – yes, the terminology can be confusing! As you say, all TSAs contain at least low grade dysplasia by definition. In my review I indicated that some pathologists have recemmended the use of terms like ‘TSA with dysplasia’ but I don’t like this, personally. Similarly, the term ‘advanced TSA’ has been suggested for TSAs that show high grade dysplasia but this term isn’t in routine use.
-
Does the serrated TVA have BRAF mutation?
ACB – serrated TVAs may contain a KRAS mutation – probably at a higher frequency than conventional TVAs. But BRAF mutations are rarely found.
-
Bij uitnodiging bvo wordt gezegd dat niet deelgenomen hoeft te worden als afgelopen 5 jaar een darmonderzoek heeft plaats gevonden. Wat als dit een sigmo is geweest?
Als het een sigmoïdoscopie is geweest moet men wel gewoon meedoen. Het kan immers goed zijn dat er een relevante afwijking wordt gevonden buiten het bereik van de sigmoïdoscoop. Dit zal maar heel weinig voorkomen bij de BVO clienten > 55jr. En patiënten weten vaak niet of ze een sigmo of coloscopie hebben gehad, maar noemen het een darmonderzoek.